De pijn van niet gezien worden

Gepubliceerd op 26 november 2025 om 12:19

Dat is niet hoe heling werkt.

Hoe bevrijd ik mezelf van het verlangen om nog gezien te worden zoals ik vroeger nodig had? Waarom telkens die pijn, diep van binnen in mijn ziel doet het pijn.

Het verlangen om gezien te worden zit diep. Het is oud. Echt. Het raakt een laag in mij die dieper ligt dan woorden, een plek die ik lange tijd heb proberen te negeren omdat het te kwetsbaar voelde. Maar dit verlangen laat zich niet zo makkelijk wegstoppen. Een patroon dat zich herhaalt, oude pijn die ik telkens weer voel. Het is een innerlijk kind dat nog steeds aan de deur klopt.

Lange tijd dacht ik dat bevrijding betekende dat ik dat verlangen moest loslaten. Dus duwde ik het weg: “Ik groei daar wel overheen, ik ben sterker geworden. Die pijn hoef ik toch niet meer te voelen?”

Maar dat is niet hoe heling werkt.

Je bevrijdt jezelf niet van het verlangen – je bevrijdt jezelf van de bron waar je het nog van verwacht.
En hier ging ik even over nadenken en kwam ik tot het volgende inzicht:

Het verlangen zelf is niet het probleem.
Het verlangen mag er zijn.
Het verlangt, omdat het ooit tekortkwam. En dat tekort was écht.

De bevrijding zit niet in het verlangen doven, maar in het loskomen van de verwachting dat het alsnog komt uit dezelfde bron: je ouders, je gezin van herkomst, misschien de mensen of systemen die jou vroeger niet zagen, niet hoorden, niet begrepen.

 

We noemen dat vaak ‘loslaten’, maar eigenlijk is het eerder:
herkennen, doorvoelen en omarmen.

“Ik mocht het innerlijke deel – dat kleine meisje - in mezelf ontmoeten dat nog steeds hoopt.”

Voor het eerst stond ik stil bij dat stukje in mij dat nog altijd wacht op erkenning, op liefde, op een blik die zegt: “Ik zie jou.”

Overleven

Maar telkens paste ik me aan, schoot ik in dat overlevingsmechanisme om die pijn maar niet te hoeven voelen. Alleen… die pijn bleef, hoe hard ik ook probeerde haar weg te duwen. Ik vroeg me af; Wat wens ik? Wat wenst dat kleine meisje in mij precies?

  • wilde ik gezien worden?
  • wilde ik gehoord worden?
  • wilde ik veiligheid?
  • wilde ik onvoorwaardelijke liefde?

Door deze verlangens te erkennen zonder oordeel, werd er iets in mij zacht. Ik hoefde het niet te repareren. Alleen maar erkennen dat het er was — en er nog steeds is.

Het verlangen is menselijk. De afhankelijkheid maakt het pijnlijk.

De pijn zat niet in het verlangen zelf.
De pijn zat in de hoop dat het nu alsnog zou komen van mensen die het toen niet konden geven… en waarschijnlijk nu nog steeds niet.

Misschien omdat zij het zelf nooit hebben geleerd.
Misschien omdat ze gevangen zitten in hun eigen verhaal.
Misschien omdat ze mij simpelweg niet konden zien zoals ik gezien wilde worden.

Zolang ik bleef hopen, bleef wachten, bleef bewijzen of bleef vechten, bleef ik verbonden aan dezelfde bron die mij ooit liet hunkeren. En dat leverde telkens weer teleurstelling op — herhalende pijn. En daar mocht ik mezelf uit bevrijden. Niet van het verlangen, maar van de verwachting.

 “Ik heb erkenning nodig. En dat is oké.” Dat werd mijn nieuwe waarheid. Maar ik verwachtte het niet meer van mensen die het mij niet kunnen geven. En dat gaat niet van de een op de andere dag, ook dit is een proces.

Ik merkte dat wat ik gemist heb, ik nu mezelf kan geven, die liefde, zachtheid en veiligheid, erkenning. Ik nam momenten om naar binnen te keren, contact te maken met dat kleine meisje in mij. Heel bewust en liefdevol.

Ik ging naar de stilte in mezelf.
Ik legde mijn hand op mijn hart.
Ik fluisterde tegen dat kleine meisje:

“Wat jij voelt is echt. Jij mag er zijn. Ook met je verdriet, je twijfel, je boosheid.”

En terwijl de tranen over mijn wangen rolden, vroeg ik haar wat ze nodig had en gaf ik het haar. Voor het eerst voelde ik:
Dit is gezien worden.
Dit is erkenning.
Dit is thuiskomen.

Wat ik toen miste, mag ik nu mezelf geven.

Door bewust naar binnen te keren, door te luisteren naar dat kleine meisje, door te zorgen voor mijn eigen binnenwereld, ontdekte ik een kracht die ik ooit buiten mezelf zocht.

 

Ik geef mezelf erkenning door:

– mijn emoties serieus te nemen
– liefdevolle relaties te kiezen waarin ik wél word gezien
– momenten te pakken op mijn yogamat
– mijn hand op mijn hart te leggen en te zeggen:

“Ik zie je. Je bent waardevol. Je mag er zijn.”

En heel langzaam — door te herhalen, te oefenen, leer ik ontvangen.

Ontvangen zonder schuld. Zonder het gevoel dat ik eerst iets moet presteren, iets moet bewijzen of iets moet oplossen.

Je laat het verlangen niet los, maar je laat de afhankelijkheid los.

En dáár, in dat kleine maar gigantisch belangrijke verschil, ontstaat ruimte.

 

Ruimte om zachter te worden.
Ruimte om te helen.
Ruimte om jezelf te dragen zoals je vroeger gedragen wilde worden.

Ruimte om thuis te komen in jezelf.

 

En in die zachtheid begint mijn heling.

 

 

 

Namasté,

Liefs Suzanne

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.